Etnisch profileren is het staande houden, controleren of fouilleren van personen vanwege hun huidskleur, afkomst of etniciteit, zonder dat daarvoor een objectieve reden is.
Het kabinet noemt etnisch profileren een vorm van discriminatie en institutioneel racisme. Volgens mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International is etnisch profileren een vorm van discriminatie en daarom in strijd met de mensenrechten. De politie zegt dat "vooringenomenheid" een rol speelt bij deze vorm van discriminatie.
Hoofdagent Emma Schipper (dit is niet haar echte naam; ook de namen van de andere agenten in dit artikel zijn gefingeerd) werkt op een politiebureau in het midden van het land. De discussie over etnisch profileren stoort haar en belemmert haar bovendien in haar werk, zegt ze.
"In 2017 bekeurde ik een man wegens bellen in de auto", vertelt de dertigjarige agent. "Hij begon over etnisch profileren. Een jaar later gaf ik diezelfde man een stopteken vanwege hetzelfde vergrijp. Toen hij mij herkende, noemde hij mij een racist."
Ik heb zelf een kleurtje. Daarom heb ik nooit iemand vanwege zijn uiterlijk gecontroleerd.
Mustapha Argradi, agent
Daardoor voelde Schipper zich "zo gekwetst" dat ze de man bijna aanhield vanwege belediging. "Ik had hem echt alleen bekeurd op basis van zijn gedrag, en niet op basis van zijn uiterlijk."
Schipper vindt het "niet netjes" als agenten zich schuldig maken aan etnisch profileren. Ze heeft er weleens een collega op aangesproken, zegt ze. "Ik moet mezelf in de spiegel kunnen blijven aankijken."
De veertigjarige Mustapha Argradi werkt als agent in een grote stad. "Ik heb zelf een kleurtje", zegt de agent met een biculturele achtergrond. "Daarom heb ik nooit iemand vanwege zijn uiterlijk gecontroleerd. Ik werd me pas bewust van etnisch profileren door de aandacht in de media."
De politie vindt zelf ook dat etnisch profileren niet valt goed te praten. Agenten kunnen daarom cursussen volgen om zich bewust te worden van hun vooroordelen. Dat kan ze helpen tijdens zogenoemde proactieve controles, dus zonder dat ze daarvoor opdracht hebben gekregen van bijvoorbeeld de meldkamer.
Ook heeft de politie zelf een training over proactief controleren en etnisch profileren ontwikkeld. Daarmee kunnen agenten in een virtuele omgeving oefenen met het nemen van beslissingen over iemand wel of niet op eigen initiatief staande houden of fouilleren.
Trainingen en cursussen zijn het eerste wat wegvalt.
Emma Schipper, hoofdagent
Bovendien kunnen agenten sinds vorig jaar op hun telefoon zien of een persoon of een auto al vaker is gecontroleerd en of daarbij iets raars is geconstateerd. Mede op basis daarvan kunnen ze besluiten om af te zien van nóg een controle.
"We zijn structureel onderbezet", zegt Schipper daarover. "Trainingen en cursussen zijn het eerste wat wegvalt."
De tool op haar telefoon gebruikt de hoofdagent wel regelmatig.
Duidelijke richtlijnen vanuit de organisatie voor agenten die voor zulke dilemma's komen te staan, zijn er volgens Schipper niet. "Leidinggevenden geven ons geen extra instructies", zegt de hoofdagent. "Ze gaan ervan uit dat we ons werk professioneel en goed doen."
De Tweede Kamer debatteerde in 2021 over etnisch profileren door de politie.
Net als Schipper ergert de Haagse agent Erik Ganzenwinkel zich aan de "eenzijdige" discussie over de praktijk. "Ik kan er steeds minder goed tegen. Mijn nekharen gaan steeds meer overeind staan van die term, want wij zijn daar totaal niet mee bezig."
Ganzenwinkel zegt ondanks de discussie rond etnisch profileren geen andere beslissingen te nemen over iemand wel of niet controleren of fouilleren. "Wel ga ik zelf de discussie niet meer aan", zegt hij over de praktijk op straat. "Dat werkt soms juist averechts: mensen worden dan sneller agressief."
De 49-jarige in Den Haag werkzame agent zegt dat zijn collega's te weinig hun kant van het verhaal kunnen vertellen in de discussie over etnisch profileren. "De politie geeft vaak geen commentaar of weerwoord."
Veel mensen geven volgens Ganzenwinkel bovendien hun mening zonder dat ze de feiten kennen. "Wij staan altijd 1-0 achter. De aanleiding tot onze acties ontbreekt vaak."
Daarom dragen agenten steeds vaker bodycams, zegt de agent. Daarmee kan de politie de context van een controle beter uitleggen.
Ook bij hoofdagent Casper van de Waal overheerst ergernis over de kritiek op politiecontroles die als etnisch profileren worden gezien. Maar net als Schipper en Ganzenwinkel beseft hij dat er ook agenten zijn die zich daar wel schuldig aan maken.
"Je hebt altijd collega's die veel sneller gaan controleren" zegt de 29-jarige Van de Waal. Hij controleert tijdens zijn werk in het grensgebied in het zuiden van het land veel mensen met een buitenlandse afkomst. "Maar je moet daar wel altijd een goede reden voor hebben. Anders maakt een advocaat er later gehakt van."
We zetten witte jongens met patserauto's óók aan de kant.
Casper van de Waal, hoofdagent
Volgens Van de Waal leeft etnisch profileren "totaal niet" bij agenten op de werkvloer. "Het zijn vaak mensen met een niet-westerse achtergrond die het roepen. Maar we zetten witte jongens met patserauto's óók aan de kant. Eigenlijk controleren we alles wat opvalt, bijvoorbeeld het rijden van een onlogische route. Van achteren kan ik sowieso niet zien wie in een auto zit."
De politie laat weten dat ze zich de ergernis van de agenten kan voorstellen. "Ze doen naar eer en geweten hun werk", zegt een woordvoerder. "Als je dan het verwijt krijgt dat je etnisch profileert, raakt dat aan je beroepseer."
"De andere kant is dat er mensen zijn die menen dat ze etnisch zijn geprofileerd. Daarom is het zo belangrijk om mensen goed uit te leggen waarom ze worden gecontroleerd. Dat dat nooit op basis van uiterlijk mag."